Indoesie: Lot met ca. 250 brieven aan de broers / neven Van Dorp, waaronder H.M van Dorp en G.C.F. van Dorp.
Meest van familie (“Uwe u altijd zeer liefhebbende moeder.”), soms van vrienden.(A.W. van Boven). Alle brieven handgeschreven, op dun rijstpapier. Alle brieven tweede helft 19e eeuw. De brieven zijn soms persoonlijk, soms zakelijk. De toon varieert van een kinderlijk briefje van een oomzegger (“Lieve Ooms, Ik wensch u veel geluk met u verjaardag lieve Oom Karel en Oom Benjamin”) en een persoonlijke ontboezeming van moeder (“Mevr. Peeting [?] heeft een week of vier geleden hare laatste dochter verloren aan de teering, een eertijds mooi en bloeijend meisje van 24 jaar.” tot een nuchtere balans over de nalatenschap van deze moeder: `Bedrag der Nalatenschap onzer Moeder opgemaakt den 21 Januarij 1865.` (Er zitten in totaal drie balansen over deze nalatenschap in de collectie,volgens een kostte de begrafenis 77,40 gulden.)
*H.M. van Dorp en G.C.F. van Dorp waren in de tweede helft van de 19e eeuw actief als uitgever / boekhandelaar in Nederlands-Indië. G.C.F. van Dorp was onder andere uitgever van De Koloniale Kritiek. Over hem is niet veel bekend. H.M. van Dorp was als uitgever actief tussen ca. 1840 en 1880. Hij vertrok aan het eind van de jaren veertig van de 19e eeuw naar Indië waar hij onder ander de Java-Bode uitgaf, de eerste krant van Indië. Hij stelde Conrad Busken Huet als redacteur aan – een keuze die hij soms diep vervloekt moet hebben; de querulant Huet bracht hem bij tijd en wijle in diepe verlegenheid. Maar Huet was ook onmisbaar. In een bericht van 1 juni 1871 deelde Van Dorp de lezers van de Java-Bode mee dat de abonnementsprijs per half jaar verhoogd werd van 15 tot 20 gulden. “Een groot gedeelte der inteekenaren beschouwt het voortbestaan van de Java-Bode (…) als een publiek belang. Een ander, even groot gedeelte waardeert den arbeid van den Redakteur, onafhankelijk van zijne denkwijze in het staatkundige.” In een brief aan zijn vriend Potgieter vertelde Huet waarom het abonnement duurder was geworden: Van Dorp had het salaris van Huet van 12.000 gulden tot 24.000 gulden verdubbeld; een voor die tijd astronomisch bedrag. (Ter vergelijking: in zijn tijd als predikant verdiende Huet per jaar nog niet eens wat hij nu per maand ontving!)
Twee maanden na de prijsverhoging verkocht Van Dorp zijn boekhandel en uitgeverij (inclusief de Java-Bode) voor 200.000 gulden aan twee neven om in 1872 als rijk man in Nederland terug te keren. Hij vestigde zich daarna in Haarlem waar hij vanaf 1879 het Haarlem’s Dagblad uitgaf. Na zijn overlijden in 1883 werd deze krant voortgezet door Bomans & Co. Deze Bomans uit Haarlem is inderdaad de grootvader van Godfried Bomans.