[Architecture] Student diary 1907-1909 Dirk Roosenburg (1887-1962).
± 90 p. with annotations/ letters in pen, several pages of comments in another hand (in pencil) of friends/ his beloved, included in the agenda part of the book Wellcome's medical diary and visiting list 1907, with on the first page the printed text "1907 This book belongs to [filled out by hand:] Dirk Roosenburg Technisch Stud. Markt 42 Delft" and with bookplate of Dirk Roosenburg mounted to endpaper, original cloth with dropback lid with button, all edges gilt, small 8vo.
Lovely, intimate diary of Dirk Roosenburg, later known as an architect, who studied at the Technische Hoogeschool in Delft from 1905 to 1911. He became a student and draughtsman of Berlage before founding his own office in 1921. Roosenburg is known for being the house architect of the KLM (he also designed the logo), Philips (e.g. head office in Eindhoven) and Stork. He also made many designs for the Dutch national government. The book sheds a beautiful personal light on the Delft student and student life in the early 20th century. A few quotes: "Inleiding. Zonder dit leuke boek, wil ik beginnen, was ik nooit op 't idee gekomen van een dagboek. Maar toen mijn vader vroeg of ik 't wou hebben, flitste dat in eens door mijn brein en zoo ben ik er dan aan begonnen (...) 't wordt geen moppenboek, dat zeker niet." "Ik wou dat ik zulk een gezond denkend man was die als het vuile en minderwaardige op de wereld als dat bestond van zich aftrapte, gewoon uit zijn weg smeet, Dat is eigenlijk het groote in een man, die zichzelf bewust [?] man is kracht en kracht dat moet een man bezitten, dat zou ik tot mijn streven willen. Een vrouw daarentegen moet zacht zijn en lief en haar grootste zwak moet zijn één man en in dat zwak moet ze sterk zijn en heel eerlijk want hetgeen Ben beschouwt als kenmerkende eigenschap van de vrouw, dat ze oneerlijk en bedriegelijk is en buitengewoon egoist (...). Er heeft zich in die twee jaren dat ik Ben ken een roman afgespeeld, Onze band gaat uit van een vrouw. Ze is buitengewoon oneerlijk geweest maar ze staat onder een erg slechten invloed. We hebben allebei van haar gehouden. Ze is klein en maakt een lieven indruk. Ik met mijn jonge kracht heb met haar geliefd kan je 't noemen met haar gewandeld ze was toen mijn schat. Maar nu ben ik er achter gekomen dat ze Ben onderwijl aan het lijntje hield. Ze heeft Ben wanhopig verliefd gemaakt. (...) Ze heeft je reinste overspel gespeeld." In the book Roosenburg writes about various women, e.g. Dorothy Inglis ("een Schotsch schatje, een leuk kippie ik was gekkelijk verliefd") and Annie Luyt ("ik 16 zij 22"). From a certain point on the annotations are addressed to a single person as letters.