G. van Wassenaar. Practyck Judicieel ofte instructie op de forme en manier van procederen
Voor hoven en rechtbanken, soo in 't generael, als in verscheyde particuliere meest voorvallende materien. Practyck notariael ofte Instructie tot het maken ende instellen van de voornaamste Instrumenten, en allerley Contracten, Acten, Handelingen en Dispositien, die voor Notaris en Getuigen of in 't particulier by Partyen opgerecht en gedaen worden. Utr., J. van Poolsum, 1746, 3 parts in 1 vol., (4),376,(32); (8),480,(32); (78)pp., engr. frontisp., engr. portrait by W. Jongman, 2 diff. engr. title-vignettes, contemp. blindst. and panelled vellum, 4to.
Partly waterst.; spine defective. Dekkers p.187, 5; V.d. Aa XX, p. 56. A fine combined edition of two major works by Wassenaar on procedural and notary law, edited by Egbertus Cotius. The third part w. the title: Curieus woorden-boek van allerhande Konst-en Bastaart-woorden tot de Practijck Judicieel ende des Notarisschaps, ende andere Rechts-oeffeningen seer Noodig en Dienstig. Rare.