[Amsterdam] Diary of Sara Wijnberg (b. 22 June 1913), 2 April 1930 to 2 Januari 1936

approx. 240 unnumb. p. and some loosely inserted contributions, almost all in pen but a few in pencil, in 2 clothbound board notebooks w. owner's entries "Sara Wijnberg Oosterpark 45 Amsterdam", respectively "Sara Wijnberg Januari 1931" on first free endpapers, folio.

W. a loosely inserted contribution on envelopes/ business writing paper with her address Oosterpark 45 in Amsterdam, and printed advertorial line: "Reeds een groot aantal ernstige gevallen van Doofheid en Ooorlijden [sic] vond bij mij blijvende geneezing". Also loosely inserted are a manuscript card and a letter addressed (both unsent and displaying great uncertainty) to "Beste Cees" and dated 26/ 28 December 1933, and some other letters, contributions, newspaper clippings. Sara Wijnberg is mentioned on the website 'Joods Amsterdam' as known from an newspaper advert in which she offers her services as a specialist in ear-related problems (1931). The diary shows that she is a pious protestant, the reformed "Elthetokerk" is mentioned regulary). The very nice and personal diary starts with annotations concerning a certain "Jr.", with whom she makes music, together with others. "Ik heb den heelen nacht van Jr. gedroomd. Steeds werd ik weer wakker en als ik dan weer insliep, verscheen hij weer." (7 April 1930). They are both members of a musical group that performs at so-called "catechisatie-avonden". Sara Wijnberg displays a great uncertainty towards this Jr., very explicit jealousy towards other women and incredible calculative behaviour in company. She confides only in her friend Lea. After a strange confrontation (13 April 1930): "Lea troostte me al: "Er komt misschien nog iets goeds van. Nu merkt hij misschien, dat je een meisje bent." "Ja één van tweeën: of hij denkt: stik! of hij zal me gaan waardeeren (om het zacht uit te drukken)." "Maandag 14 April. (...) Den heelen dag zeg ik tegen mijzelf "en vandaag is hij jarig." Ja vandaag is Jr. 18 jaar. Ik kan hem niet gelukwenschen, maar wel bidden." "Donderdag 17 April (...). Ik stel mijzelf tot plicht: Hooren, zien en zwijgen. Nu voel ik wel hoe moeilijk het is je tong te bedwingen. Maar ik heb mijn dagboek en dat is geduldig en liefdevol. Morgen een heelen dag werken. Het is al elf uur en ik ben moe, moe van de onzekerheid." "Maandag 16 Juni Avond. Lea dwingt me te schrijven n.l. dat heel bijzondere: we hebben lichte kousen aan! Dat beteekent voor onze familie heel veel, Onze zwarte onderdeelen gaven een cachet aan degelijkheid aan alle oorden waar we verscheenen. Nu zijn we de wereld gelijkvormig geworden." "Maandag 18 Augustus, avond (...). Als ik een vergelijk tusschen Kees of Jr. dan moet ik erkennen, Kees is hoffelijk, zelfs lief, maar voor Jr. zou ik iets overhebben. b.v. (zoo stel ik mij voor) wanneer Kees eens blind zou worden of aan iets anders onvolledig mocht worden, zou hij voor mij geen aantrekkingskracht meer hebben, daarentegen als Jr. ooit zoiets zou overkomen, geloof ik, dat ik hem hetzelfde hart zou toedragen, hem met dezelfde gezindheid van nu zou bedenken."